De man van de vierkante zon

Zijn werktafel is ordentelijk, vrijwel leeg. De bruine vulpen – met de inscriptie 1 september 1996 – ligt kaarsrecht naast zijn opschrijfboekje. Evenwijdig daaraan het potlood, in een haast maniakaal verlangen naar harmonie. Maar wat de schepping van Rombouts vervolmaakt, is een vierkant blokje papier op het kersenhouten tafelblad.

Geeltjes.

Voor aantekeningen. Hij noteert er afspraken, sleutelwoorden, telefoonnummers op. Maar ook invallen, boektitels en citaten. Ik maakte een rekensom in local yellow, met een Heijmans-pen op een bierviltje van Heineken. Dat cijferwerk leerde me dat Rombouts tijdens zijn burgemeesterschap circa vijftienduizend Post-it’s heeft beschreven.

Waar zijn die gebleven?

Aan vier wanden, thuis op de Maria van Bourgondiësingel. Ingewijden noemen het de gele kamer. Ruim, kaal, in het midden een stoel. De zijne. Uren kan hij daar zitten, moederziel alleen.

De man, de muur, de memo’s.

Soms staat hij op, loopt naar wat geeltjes om ze te herverkavelen of langzaam te verfrommelen. Want het moet kloppen, het universum kan niet zonder regie – de zijne.

Ik kreeg de zeldzame kans om zijn duizenden Post-its te bekijken. Enkele ervan wil ik onder de aandacht brengen. Als eerste een geeltje met twee onderstreepte woorden:

Ken uzelf

Die oudgriekse wijsheid beproeft hij dagelijks. Zelfreflectie heeft hem het inzicht gebracht dat hij geen eenduidig man is. Eerder iemand van paradoxen, tegenstrijdigheden en ongrijpbare dubbelheid. Gelukkig maar. Dat maakt van Ton Rombouts een homo sapiens en een Brabander – uiteraard in die evolutionaire volgorde.

Geeltjes fungeren vaak als geheugensteuntje. Maar eentje die er al eenentwintig jaar hangt, is Ton Rombouts over het hoofd gaan zien:

Geluidsopname wissen

Het zou hem ook niet gelukt zijn, want die bandopname – van vrijdag 9 augustus 1996 – ligt in een kluis. Het is een geluidsregistratie van een interview voor het gemeentelijk blad Reflex. Let’s rewind and play, want op die zomerse dag in 1996 spreekt Ton onsterfelijke woorden. Boven het rumoer van café De Stip uit zegt hij om 16u11m: “Als burgemeester heb je vier jaar om te zaaien, vier jaar om te oogsten, vier jaar om vast te roesten.” Laten wij vieren dat Ton Rombouts op de RK Jongenssschool in Waspik nooit zijn tafeldiploma heeft gehaald. Anders had hij al na twaalf jaar afscheid van Den Bosch genomen, wat voor de stad rampzalig was geweest.

Verder, links op de muur. Een geeltje met een omcirkeld woord:

Wij

Wij is een uitgesproken Romboutsiaans-woord. Als Brabander gelooft hij in samen, in besprenkeling uit een gemeenschappelijke bron – wijwater. Maar wij is voor hem ook een Bossche variant op de pluralis majestatis oftewel de vorstelijke zelfvermenigvuldiging. Soms hoorde je hem mompelen: 'Wij, Ton Rombouts, burgemeester van ’s-Hertogenbosch.” Die meervoudsvorm valt te rechtvaardigen. Van iemand met zijn statuur kun je er beter twee dan een hebben.

In dat licht is ook een ander geeltje interessant. Er staat een citaat op, uit het bijbelboek Spreuken. Omnia vanitas: alles is ijdelheid. Da’s een dubbelzinnige wijsheid. Want ijdel staat voor zelfvoldaan en gevoelig voor vleierij. Maar ijdel betekent ook vergeefs, umsonst. Rombouts speelde een fijnzinnig spel met die betekenissen. Zo gaat hij de kronieken in als een ijdele burgemeester wiens inspanningen niet ijdel waren, wat sterk de voorkeur heeft boven een niet-ijdele burgemeester wiens zwoegen vruchteloos is.

Bukken. Rechts onderaan, bij de plint. Een geeltje waarop staat:

Puthuis

Het puthuis, symbool van Bossche diepgang, is krap vier meter diep. Tegelijkertijd verzinnebeeldt het bodemloosheid – in financiële zin. Toch staat ie d’r, want in Den Bosch kijken wethouders niet op een ton meer of minder, zoals Ton niet keek op een wethouder meer of minder. Ach, gedane zaken – laten we van het puthuis een spaarpot maken en de opbrengsten aan stadsvernieuwing besteden.

Op ooghoogte een geeltje met ezelsoren. Zo te zien vaak vastgepakt. Drie woorden met een uitroepteken:

Orde en veiligheid!

Na rellen in de Graafsewijk stond Ton Rombouts op het bordes. Zijn kostuum leek hem plots te klein, maar dat was schijn. Een kogelwerend vest onder een Italiaans maatpak zit nu eenmaal niet prettig – de zorgelijk hoge prijs van burgemeesterschap. Toch heeft dreiging Rombouts nooit kopschuw gemaakt. Integendeel. Vorig jaar was hij er als de kippen bij toen Den Bosch een ernstig geval van ondermijning beleefde: de ineenstorting van Pearle – inclusief brillen en lenzen! – was een onverhulde poging van de georganiseerde misdaad om het zicht op onwettelijke activiteiten te bemoeilijken. Tevergeefs, want het heeft de haviksblik van Rombouts nog verder gescherpt.

In he midden, een geeltje met een Engelse zin erop:

All the world’s a stage

Een citaat van Shakespeare, dat onze burgemeester op twee manieren heeft geïnterpreteerd: hij houdt van podiumkunst, maar verstaat ook de kunst om in alles een podium te zien. Zijn rol is steevast dragend; een souffleur volstrekt overbodig. Want hij spreekt met flux de bouche en Witzigkeit – woorden die passen bij een man die godzijdank verder dan de Bossche stadswallen kijkt.

Een laatste geeltje. Ja die:

Verdraagzaamheid

Ton Rombouts heeft zich altijd verzet tegen intolerantie. Asielzoekers en vluchtelingen klopten nooit vergeefs bij hem aan. Soms leverden zijn verzoeken om clementie Haagse weerstand op. Dan deed hij er nog een schepje bovenop. Want al wielrennend in en om Waspik ontdekte hij een diepe wijsheid:hoe groter de inspanning, des te kleiner het verzet.

Van verzet naar overgave: gisterenavond kwart over elf. Ton Rombouts stapt de gele kamer binnen. Gaat zitten. Kijkt lang, nog langer. Zijn blik kriskrast: Stadsontwikkeling, Bosch 500, Economie, MH17, Vestingwerken, Citymarketing, JADS, Agri Food Capital en duizenden andere geeltjes.

Samen vormen ze één grote, vierkante zon, die zijn levenswerk in het licht zet.

Hij kijkt nog een laatste keer, de ogen ietwat vochtig.

"Loslaten", mompelt Ton.

Hij staat op; loopt langzaam naar de deur van de gele kamer; hoort op de drempel duizendvoudig geritsel.

Een lawine van geeltjes.

Als hij zich omdraait, zijn alle wanden leeg.

De vierkante zon is ondergegaan.

Op één geeltje na. Hij loopt eropaf. Leest het. Glimlacht.

Ja, dat zal hij blijven beoefenen:

barmhartigheid

________________

Uitgesproken donderdag 28 september 2017 tijdens de bijzondere raadsvergadering van de gemeente ’s-Hertogenbosch bij het afscheid van Ton Rombouts