Negen gram zout
De apotheker op de Markt in Den Bosch is een aardige man. Hij heet Bas Albers. “Dit schrijven huisartsen het meest voor”, zei hij. Ik pakte het flesje van de toonbank. Volgens de verpakking zat in elke cc 1 mg dextran en 3 mg hypromellose.
Het was een flesje Duratears. Kunsttranen, om de ogen vochtig te maken. Alleen op recept verkijgbaar. Maandelijk verstrekt Albers de druppeltjes aan circa 90 mensen. Het is een groeimarkt. Steeds meer Bosschenaren bezien de wereld met droge ogen.
Dat is gek, want er is genoeg reden voor tranen. Sinds de Tweede Wereldoorlog waren niet eerder zoveel mensen op de vlucht voor oorlog, onrecht en onwaarschijnlijke wreedheid. Volgens de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, zoeken op dit moment vijftig miljoen mensen beschutting. Dat zijn honderd miljoen ogen die hopen op heil van de horizon.
Ik opende het flesje Duratears. Het rook naar zee. Op het etiket stond september 2017. Dat was de uiterste houdbaarheidsdatum. Want tranen kun je bewaren, maar niet eeuwig. Onze ogen weten dat: het zout van zeventig jaar geleden prikt nog flink, maar bijt al minder hard dan een kwart eeuw geleden.
Dat roept een vraag op. Zien wij de lessen van ons verleden nog scherp? Wie het aantal opticiens in Den Bosch telt, mag dat betwijfelen. Het zijn er al zeventien. Navraag leert wat de oorzaak is: het aantal stadsgenoten met myopie neemt toe. Myopie komt van een Grieks woord dat zowel bijziend als kortzichtig betekent. Het is een hinderlijke aandoening: wat dichtbij is zie je scherp. Maar wat verder weg ligt, vervaagt.
Ooit was het een louter fysieke kwaal. Maar dat verandert rap. De opmars van kortzichtigheid laat zich aflezen aan boze ingezonden brieven en rauwelijke teksten op social media. Je ziet het ook aan het krimpende gedachtegoed van sommige politici. Kortzichtigheid maakt je wereld klein. Wat zich voorbij de stadswallen, de horizon of de grenzen van een werelddeel afspeelt, raakt onscherp.
Is er een remedie? Ten dele. Kunst en cultuur verruimen de blik. Afgelopen jaar hingen vijf kolossale ogen aan de gevels van onder andere Theater aan de Parade, De Heus en het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Het was een project van stadskunstenaar Lucas De Man. Maar de ogen zijn weg, de muren weer blind. Wij blijven achter,
Vandaag staan wij oog in oog met een oude les. Op deze plek herdenken wij allen die in de oorlog achterbleven. Zij gaven hun leven voor het ongeziene – onze vrijheid. Ongetwijfeld waren ze angstig of onzeker. Maar zij keken niet weg. Dat is de les waaraan ze ons herinneren.
Ik nam afscheid van apotheek Albers. Het flesje Duratears bleef achter. Op de Markt dacht ik aan een zinnetje uit een oud biologieboek: ‘In elke liter tranen zit negen gram zout.’ Dat schijnt onveranderlijk te zijn. Het geldt overal en altijd. In bezet Nederland, in Syrië, op de Middellandse Zee: negen gram zout. Laten wij blijven kijken, ook al prikken onze ogen.
Liever zilte stilte dan kilte.
_____________________________
Op verzoek van de gemeente Den Bosch geschreven. Uitgesproken bij de Dodenherdenking in de Casinotuin | 4 mei 2015