Hemelma

Een keukentafel in Schaijk. Drie roze hyacinten in bloei. Vader Anton schenkt koffie in. Zijn kinderen schuiven aan: Teun (21), Gijs (19) en Meike (17). Hun moeder? Die is er ook. Stilletjes. Op dat kastje. In die urn.

Op 29 mei 2011 ging Helma dood. Plotsklaps, zomaar. Want de dood is slordig, zonder genade en lacht om bezwaarprocedures. Ruim dertig jaar was Helma lid van carnavalsvereniging De Loltrappers. Samen met Anton. Voor de loopgroep maakte ze kostuums. Kijk, hier: op de foto’s in de gang. Zoeloekostuum, IJskoninginjurk, Bezige Bij-pak. Altijd met naald en garen in de weer. Tot Helma’s eigen draad brak.

Schaijk is Moesland. Tenminste, met carnaval. Moes van mama en moeke? Nee. Van boerenkool. Met veul jus. Al kan die nooit zo vet zijn als het carnaval in Moesland. Het dorp, dat krap 7000 zielen telt, staat wijd en zijd bekend om zijn kunstige wagens. Hier is de kippengaasdichtheid per vierkante kilometer nog onverminderd hoog. In Schaijk hebben ze geen bloed in hun aderen. Maar latex en behangselplak. Van kindsaf al.

Teun, Gijs en Meike zijn lid van de clubkes Goei Toei, Dagutwit en Gruwelijk Locht. Vanaf de herfst bouwen ze een carnavalswagen. Net zoals de 80 andere clubkes in Schaijk. Ziel zaligheid leggen ze erin. Voor de eer van Schaijk. Want dit dorp is de wereld. Wie zo nodig toch wil reizen, kan een rondje over het Europaplein lopen.

Of het wil vlotten, met die wagens? Op inspectie. Aan de Hoogheistraat stappen Anton en de kinderen met hun bezoek een Schaijkse schuur binnen. Aan de muren hangen ontblote juffen flink kou te vatten. Die schalkse blonde – daar rechts – heeft het nog het warmst. Ze hangt boven de friteuse met viandellen, die op de werkbank staat te walmen.

In het papiermaché-hok pakken Gijs en z’n vrienden een pilsje. Vijf avonden per week werken ze aan hun wagen. Thema: de oertijd. Inclusief Neanderthalers, mammoet en sabeltandtijger. Eén holbewoner is bijna klaar. Aan zijn kippengaasbuik zitten stroken van de Gouden Gids Eindhoven 2004 geprikt – ‘Acupuncturisten’ staat op een reep papier.

Of De Loltrappers ook meedoen? Nee, zegt Anton. Eenstemmig besloten de leden vorig jaar al van deelname af te zien. Uit piëteit. Extra verdrietig: Helma mist nu ook het 55-jarig jubileum van Moesland. Alhoewel, missen? Grote kans dat komende carnaval witte confetti uit de Schaijkse lucht dwarrelt. Anton en de kinderen zullen het snappen. Hel-ma is nu Hemel-ma.

Als herinnering hebben ze alle vier een orchidee laten tatoeëren. In Oss. Met as van Helma. Vader en de zonen op hun onderarm. Meike op haar linkervoet. Teer. Wit. De orchidee: van oudsher het symbool van verbondenheid. Haar lievelingsbloem.

De dag na carnaval zullen ze alle vier opstaan. Met lichte hoofdpijn, droge tong en stukgehoste voeten. “Aswoensdag!” zal de kalender iets te hard roepen. Om 09.00 uur zullen de bezoekers van de Heilige Antonius Abt – pastoor Spiertz rekent op zo’n 20 à 30 kerkgangers – een askruisje komen halen. Bij elke veeg op een voorhoofd zal de geestelijke prevelen: “Gedenk dat je stof bent en tot stof zult wederkeren.”

Maar die les in vergankelijkheid kunnen Anton en zijn kinderen voorlopig missen. Na lijden en loslaten verlangen ze langzaamaan weer naar leven en liefhebben. Tijd om te helen. Zonder Helma? Die is er toch wel. In zwierige zwarte lijnen. Onder hun huid.

Elke dag Aswoensdag.

_________________________________________

Publicatie 25 januari in BONT, maandmagazine Eindhovens Dagblad en Brabants Dagblad