Niemandslandje
Het waren niemandslandjes waar geen hond naar omkeek. Je kon er hutten bouwen en fikkie stoken. Verdwenen kindervreugde, want oude planken, stoeptegels en versleten kokosmatten – die als dak fungeerden – slingeren nog maar zelden rond. Ook de vuurtjes, waarvoor je thuis een fles brandspiritus jatte, zijn verleden tijd. Voor je het weet heb je een berispende toezichthouder op je kokosdak.
Den Bosch is een aangeharkte stad, mede door het tekort aan rafelige veldjes. Anno 2022 is vrijwel elke vierkante meter in 073 gouden grond. Avontuurlijke kinderen zijn tot de bouwwerelden van SimCity, Minecraft en andere computergames veroordeeld.
Soms zie je nog zo'n vergeethoekje, dat thuishoort op de Rode Lijst van Bedreigde Fenomenen. Alleen de benaming is veranderd. Ze heten voortaan pauzelandschappen. Een malle grotemensenterm, want mieren, klaprozen en struinende kinderen doen niet aan pauze. Die fleuren juist op als definitieve plannen ontbreken.
De eerlijkheid verplicht te schrijven dat de gemeente, Zayaz en BrabantWonen sinds 2016 steeds vaker een zinvolle bestemming aan vergeetveldjes geven. Op zeven Bossche locaties – van de Fuik op West tot de Meerendonk op Zuid – staan in totaal 363 flexwoningen voor met name jongeren, studenten, statushouders en spoedzoekers. Op de Maaspoort en De Groote Wielen komen er nog eens 117 bij.
Wel klinkt het elastiekerig, flexwoning. Muren van rubber? Dat zou een voordeel zijn als ze op je afkomen: flexwoningen zijn vaak poppenhuizig klein. Hun naam verwijst evenwel naar de tijdelijkheid. Ze staan er maximaal tien of vijftien jaar. In die tijd is het pauzelandschap een plek voor play, rewind en hopelijk forward.
Flexwoningen zien er vaak uit als gestapelde schoenendozen maat 782 voor giganten. Maar je hebt ze ook in model-Madurodam, een fraai en duurzaam huisje met een schuin dak. Fijne plekken? Op verkenning. In de groenstrook aan de Aartshertogenlaan staan twee rijtjes van tien flexwoningen voor kleine gezinnen. Het oogt gezellig, al sluit krap vijftig vierkante meter een paard in de gang op voorhand uit. Tegen een voorgevel leunt een Evinrude-buitenboordmotor, sterk genoeg om de Bossche wooncrisis vlot te trekken. Verder is het stil. Geen kip, op een hok met een flexkonijn na.
Al even rustig is het bij de zesendertig gestapelde flexwoningen tussen station Oost en het transferium. Ooit stond hier het gebouw van KNVB Noord-Brabant. Nu wonen er maatschappelijk buitenspel geraakte jongvolwassenen, die onder WMO-begeleiding grenzen leren hanteren. Zoals de vriendelijke Nick (28), die in vier maanden flexwonen flink overeind is gekrabbeld. Voor een goed gesprek of advies kan hij altijd bij een hulpverlener van de organisatie Linc naar Zorg terecht. Daar, op huisnummer zes. Nick loopt ernaartoe en belt aan. Om brandspiritus te vragen? Eerst zwerfhout zoeken, voor een vreugdevuur. Eindelijk heeft Nick zijn eigen woninkje.
_______
Publicatie in Brabants Dagblad: 1 juni 2022