Wandeling

Heeft de pandemie de binnenstad blijvend veranderd? Amper, leert een wandeling. De winkelstraten zijn ouderwets vol. De monden ook, want Bosschenaren – van wie niemand nog een mondkapje draagt – wanen zich trotse afstammelingen van Hans en Grietje. Terwijl ze rondsjouwen, laten ze sporen van stokbroodkruimels, kibling en lekkend ijs na. Strikt bezien bestaat een Bosschenaar uit een mond, met wat aanhangend weefsel.

Even uitblazen in de Jeroen Bosch Tuin. Ook daar is weinig veranderd. Twee jongens zitten met zorg een joint te knutselen. Ambachtelijk handwerk, in de traditie van de Bossche sigarenmakers Goulmy & Baar. Toch hebben vijftien maanden corona de stad enigszins veranderd. Zo lijkt het maaibeleid meer rekening met flora en fauna te houden. Langs de Zuid-Willemsvaart groeien fluitenkruid en boterbloem uitbundig. Vlak bij de voormalige koffiebranderij De Drie Mollen doet een bergje losgewoelde aarde vermoeden dat het er zelfs meer zijn. Ook de waterhoentjes op de Binnendieze zijn blij. Ze hoeven geen enkele rondvaartboot te vrezen.

Een nieuwe aanblik levert het plein voor het Noordbrabants Museum. Er staan parasols en zitjes, want ook Den Bosch volgt de nationale UWAH-wet: Uiteindelijk Wordt Alles Horeca. Het museum zelf zit al bijna een jaar potdicht. Toch vreemd. In de Bossche seksclub Touch Me Tender mogen klanten hun overtollige lichaamssappen lozen. Maar het ingetogen schilderij Zittend Naakt van Jan Sluijters in het Noordbrabants Museum bewonderen, acht het demissionaire kabinet te gevaarlijk. Zo botst Den Bosch, dat zich terecht de Cultuurstad van het Zuiden noemt, met de madurodammerige kijk van Hugo de Jonge op kunst en cultuur. Zuidelijke passie versus Haagse poppenhuisvisie.

Druk is het op de Parade. Navraag leert dat het vooral patiënten zijn. Allen hebben dezelfde kwaal: de chronische hik. Op aanraden van hun huisarts zijn ze naar Den Bosch afgereisd. Het werkt. Wie nietsvermoedend in 2021 de Parade op stapt, verliest zijn hik spontaan. Van schrik: alle honderddertig zieke kastanjes zijn gerooid. Het is een kaalslag. Bovendien doet Theater aan de Parade sterk aan het Al-Mishal Theatre in Gaza-Stad denken – in brokstukken, uitgespeeld. Ooit zat op de eerste verdieping van Theater aan de Parade de kamer van de directie. Daar links. Er gaapt nu een flink gat, net zoals in de begroting voor de nieuwbouw. Ligt daar nou een verbrijzeld rekenmachientje onder het slooppuin?

Wat ook is veranderd, is het aantal lege winkelpanden. Een voorbeeld: in voorjaar 2020 telde de Hinthamerstraat er elf. Nu staan er achttien leeg. Outlets en pop up stores – deftige woorden voor kiloknallerwinkels met meuk – verhullen de ware leegstand, huurproblemen en opmars van webshops. Is het twee voor twaalf voor de Bossche binnenstad? Tijdens de restauratie van de Sint-Janstoren is de klok wijselijk aan het zicht onttrokken.

________

Publicatie in Brabants Dagblad: 26 mei 2021.  Noot aan de lezer: de reactiemogelijkheid zal na herziening van de kronieksite najaar 2021 weer in gebruik worden genomen.