Vieren
Na wekenlang feestelijk eten en drinken is bevolkingsomvang een verwarrend woord. Maar de afdeling Burgerzaken laat zich niet zo snel van de wijs brengen. In de kelder van het Stadskantoor beheren ambtenaren een kolossaal telraam met 200.000 houten kralen. Elke pasgeborene of andere nieuwkomer: kraal erbij. Elke overledene of stadsverlater: kraal eraf. Volgens Gerard Velders, Hoofd Telraam, is de huidige bevolkingsomvang 155.295 mensen. Dat is inclusief Bosschenaren die vinden dat ze voor twee tellen, wat gelet op hun zelfoverschatting, luidkeelsheid of bierbuik vaak een terechte conclusie is.
Toch hebben we de ruimte. De gemeente ’s-Hertogenbosch telt gemiddeld 1.401 inwoners per vierkante kilometer. Ter vergelijking: in Den Haag, de dichtstbevolkte stad van Nederland, deel je een vierkante kilometer met gemiddeld 6.344 anderen. Dat is inclusief ego’s ter grootte van het Kurhaus. Snakken Bosschenaren naar royale leefruimte? Nee, integendeel. Het gekke is dat ze zich het liefst tegen elkaar aan schurken, bij voorkeur op pleinen. Een Markt met verlepte geraniums, schelle jazztrompetjes of een metershoge pop van een boer zonder fosfaatrechten leidt spontaan tot samenklontering van Bosschenaren. Die gemeenschapszin zit diep. Om die reden schrijven kinderen op onze basisscholen wijland met lange ij. Geen teken van domheid of dyslexie, maar een ode aan eeuwoude gezamenlijkheid.
In de jaren negentig deed de gemeente er een schepje bovenop met de campagne ’s-Hertogenbosch Ontmoetingsstad. Maar dat is een knullige dubbelop-leus. Elke stad is immers een plek voor ontmoeting, al wordt over Tsjernobyl, Spijkenisse en Emmen het tegendeel beweerd. Mijn suggestie voor een gemeentelijke campagnezin: ’s-Hertogenbosch, stad van het vieren. Dat raakt aan de essentie van de zuidelijke ziel. Vreugde, rituelen, het besef dat je hier niet alleen bent. Het heilige en wereldse verenigd. Eten, drinken, spel, muziek en feest.
Er valt ook veel te vieren in deze stad: onze 117 vierkante kilometer leefgebied die geen omheining duldt. Onze successen in kunst, cultuur en sport. Onze liefde voor schoonheid. Bovendien is vieren het meervoud van vier. In de middeleeuwen was 44 het zogeheten ‘meestergetal’, dat voorspoed symboliseerde. Vier is ook het oude woord voor vuur. In 1287 schreef een kloosterling: ‘Leef mette viere van karitaten’ oftewel leef met de hartstocht van de naastenliefde. Dat moet lukken in een stad waar zelfs de straatnamen gloeien: Vonk en Vlamterrein, Achter het Vuurstaal, de Brand, Water en Vuurplein en De Tondeldoos.
In 2020 blijft dit de stad waar we vieren delen – met spatie, want barbarij is er al genoeg. Laten we gezamenlijk ons geluk vieren, maar vooral broodnodige verdraagzaamheid en respect. Met dubbele kracht: het vieren achten en het achten vieren.
______________
Publicatie in Brabants Dagblad: 15 januari 2020