Plastic

Langs een hek met twee boeketten nepbloemen, een betonnen trapje af, de catacomben in. Nee, geen grafkelderbezoek op rustplaats Orthen. Dit is verdieping -1 van het voormalige Cementrum, de lege kantoorkolos op Noord. Een markant gebouw, vindt de een. Een oostblokvloek in beton gestold, mompelt de ander. Het op een na jongste gemeentelijk monument van Nederland, merkt de derde fijntjes op.

In de kelders is werkplaats Wij Gaan Fietsen gevestigd. Zo’n tien vrijwilligers, onder wie pensionado’s, ex-gedetineerden en asielzoekers, knappen er oude fietsen op. Maar sinds april telt Cementrum nog een ondergrondse beweging: Sparkling Plastic, een experimentele werkplaats voor het recyclen van hard plastic. Aan dat materiaal is geen tekort, weten de oprichters Kees van den Boogaart (64) en Suzanne van Hees (42). Ooit was de wereld rond, maar langzaam krijgt zij de vorm van een Lego-blokje. Alleen al in Den Bosch belandt jaarlijks één miljoen kilo plastic in de oranje containers. Bij de Milieustraat werd vorig jaar 159.740 kilo hard plastic afgeleverd.

Ook in het Cementrum weten ze er raad mee. Uit zestien grote kliko’s – een cadeautje van de Afvalstoffendienst – puilen harde plastic voorwerpen. Het zijn overtollige spullen van de Kringloop: gecrashte speelgoedauto’s, opbergbakjes van Ikea, doorgezakte Hartman-tuinstoelen – vermoedelijk erfstukken van de laatste Champions League-finale – maar ook een roze teiltje uit Israël, carrousels voor dia’s, een bocht van een Duplo-racebaan, een beschadigde thermosfles die warm noch koud wordt van de vraag waartoe hij op aarde is.

Nadat de voorwerpen op soort en kleur zijn gesorteerd, eindigen ze onder de messen van twee shredders – eentje heeft Kees zelf in elkaar gefabriekt. De oogst: kleurige korrels, die acht euro per kilo waard zijn. In een magazijn waar Fort Knox niks bij is, ligt de goudmijn-in-wording: stellingrekken met emmers vol verhakselde hard plastic korrels. Rood, wit, blauw, oranje maar ook groen – de kleur van de hoop in talloze culturen.

In de aangrenzende ruimte staat een machine die de korrels tot zo’n 220 graden verhit, waarna ze als pudding in elke denkbare vorm kunnen worden geperst. Afgelopen zomer experimenteerden Kees en Suzanne met de fabricage van vierkante balken en latten voor de bouwsector of interieurbranche.

Duurzaam, onverwoestbaar en spraakmakend. Want de belangstelling groeit. Met het KW1 College, Suez ReEnergy, Heijmans en schoonmaakbedrijf GWS – dat wekelijks duizend lege flacons wil leveren – zijn al gesprekken gevoerd. Deze woensdag vergaderen Kees en Suzanne met een Wageningse dagbestedingswerkplaats die lege mayonaise-emmers omsmelt.

Of ze vertrouwen in de toekomst hebben? Ja, glundert Kees. Zeker, krult de mond van Suzanne. Haar lach klinkt. Niet van plastic, maar een echte. Zo eentje die je eindeloos zou willen recyclen.

____________

 

Publicatie Brabants Dagblad: woensdag 11 september 2019