Afscheid [1]
De geest kan spoken, maar op het kerkhof van Coudewater eindigt alle onrust. Hier wanen wanen zich niet langer de baas. Hier wijkt angst voor de almacht van de dood. Eeuwige stilte, op het ruisen van de beuken na.
In 1954 kwam Annie Albers voor het eerst op deze begraafplaats. Achttien jaar was ze, leerling-verpleegkundige uit Wijchen. Met honderden anderen liep ze achter de kist van Greetje Manse, enig kind van de toenmalige geneesheer-directeur en zijn vrouw. Een verkeersongeluk bij café De Fuik in Berlicum maakte op 18 november 1954 een einde aan Greetjes leven. Ze was zeventien.
De schop, de grond. Nog vele malen zou Annie bij een vers gedolven graf op Coudewater staan: maar liefst tweeënveertig jaar werkte ze op dit landgoed. Aanvankelijk was ze psychiatrisch verpleegkundige en EEG-laborante; later de secretaresse van geneesheer-directeur Jongmans. Maar over drie weken valt het doek voor de zorginstelling. Het gesticht gaat dicht; de zerken van zusters en zenuwzieken blijven achter.
Tijd voor Annies afscheid van de begraafplaats, die officieel al in 1990 sloot. Haar oud-collega Leo Balmer, die bij de Technische Dienst een sleutelbos heeft opgehaald, ontgrendelt het hek. Soepel manoeuvreert Annie haar rollator over kerkhofgrind en opstandige wortels. Weliswaar is ze tweeëntachtig, maar haar geest is wilskrachtig.
De dodenakker van Coudewater ligt in de noordoosthoek van het landgoed. Oppervlakte: driekwart voetbalveld. Links op het terrein staan zo͛n tachtig betonnen kruisjes, met aan weerszijden een naamplaatje. Onder het gras liggen armlastige vierdeklaspatiënten begraven, hoofd-aan-hoofd en vaak in verdiepingen – stapelgek heeft op Coudewater meer dan één droevige betekenis. Rechts liggen de zerken van rijkere patiënten en enkele medici onder wie Van den Bogaert en Pompe, de grondleggers van Coudewater. In hun namen groeit mos.
Het kerkhof heeft ook een vergeethoek. In een afgezonderd graf ligt 'onze lieve nicht A.L. van Walbeek', die in 1944 stierf. Wie in de archieven duikt, ontdekt dat het om Anna uit Alblasserdam gaat, de enige overgebleven protestant op het kerkhof. Achter die beukenhaag verderop? Daar wachten zo’n zestig Zusters van Barmhartigheid op hun wederopstanding. Hun namen klinken als psychofarmaca die de woeligste geest zouden kunnen kalmeren: Polycarpa, Bibinia, Zozina.
Onder de treurbeuk leunt Annie op haar rollator. Ze heeft veel zusters gekend: Cunera van de wasserij, Donatilla van de deftige klasse-afdeling en zuster Emma. Vooral dankzij haar ontdekte Annie waar elke mens van opknapt: Misericordia Forte® oftewel Sterk Mededogen. Nog altijd zonder recept verkrijgbaar.
__________________
Publicatie in Brabants Dagblad: wo 29 augustus 2018, online op 3 september. Dit is deel 1 over het kerkhof van Coudewater. Deel 2 verschijnt op woensdag 12 september, zowel in BD als op deze site.