Naamvallen
Duitsers waren ze, volgens de paperassen. In de jaren dertig woonden ze op Wolvenhoek 16, tegenover het belastingkantoor. Een overzichtelijke tijd, waarin je bij aanslag hoofdzakelijk aan een blauwe envelop of kachelroet dacht. Al in de negentiende eeuw was de familie Schute in Den Bosch beland. Herkomst: Nedersaksen.
Vader Gerhard Heinrich Schute voerde met zijn zwager een florerende groothandel in lederbenodigdheden aan de Brede Haven. Maar de dood zette hem een hak. Na de komst van Hein, zijn vierde kind, stierf zijn Duitse echtgenote Maria. Vijfendertig was ze. Uiteindelijk hertrouwde hij met Anna, eveneens Duitse. Ook zij schonk hem vier kinderen.
Hein is bijna negentig, maar heeft een roestvrijstalen geheugen. Aan de huiskamertafel in de Visstraat vertelt hij zijn familiegeschiedenis. Nooit heeft hij dat kunnen doen. Te pijnlijk. Nu doet hij het voor zijn drie kinderen.
Toen de oorlog uitbrak, besefte de familie Schute dat zij wonderlijk bloed had. In haar aderen stroomde het roodwitblauw, maar klonterde ook zwart en geel. Vader Schute had het gezin nooit laten naturaliseren. Administratieve rompslomp, kostbare procedure. Een fatale nalatigheid, ontdekte hij in zomer 1940.
Omdat de familie Schute na vijftig jaar Bosschenaarschap nog als Rijksduitsers te boek stond, kreeg de oudste zoon een oproep voor de Wehrmacht. Zo leidde het pad van Geert, student weg- en waterbouw in Delft, ongewild naar het oostfront. Eenmaal zag de achttienjarige jongen Den Bosch terug. Tijdens dat kort winterverlof zat hij voor het open dakraam op de Wolvenhoek. Vergeefs hoopte hij op de genade van een longontsteking.
Levendig herinnert Hein zich de dag in 1944. Het geopende postpakket op de huiskamertafel, met wat bezittingen van Geert. Een brief vertelt dat hij op 3 februari 1944 bij Dnjepropetrowsk is gesneuveld. Vader Schute huilt tranen van looizuur. Schuld, grote schuld, met de sch-klank die hij vlekkeloos uitspreekt.
Acht maanden later viert Den Bosch haar bevrijding. Ook de familie Schute is zielsblij en zwaait met vlaggetjes. Maar er is nog een tegenstander: hun papieren verleden. De Ordedienst pakt het gezin op. De zeventienjarige Hein blijft dagenlang onder arrest in de capsulefabriek van Lewin aan de Zuid-Willemsvaart. Zijn vader en zus Annie worden tot hun ontzetting maandenlang in kamp Vught gedetineerd. Vader zal in 1948 overlijden. Doodsoorzaak? Schuld en verdriet zie je niet op röntgenfoto's.
Hein zwijgt even. Een lieve, zachtmoedige man, met vervagende naamvallen in zijn ogen. Aus bei mit nach seit von zu. Maar vooral aus: uit de stilte gestapt.
________________
Publicatie Brabants Dagblad: 2 mei 2018