Scheikundedoos
Op maandag 30 maart zal het ophaalwagentje voor klein chemisch afval bij de Heilige Hartenkerk aan de Graafseweg staan. Een luidspreker zal tetteren dat bewoners hun lege batterijen, verfresten en andere schadelijke goedjes kunnen inleveren. Maar de 36-jarige huurder van Pieter Breughelstraat 290 zal verstek laten gaan. Zijn rommel is afgelopen donderdag al opgehaald. Door mannen in witte pakken. Ze moesten flink sjouwen. Het was eerder groot dan klein chemisch afval. De bewoner eindigde dood in zijn Zayaz-flatje uit de jaren vijftig. Met spruitjeslucht wist de ventilatie nog wel raad. Niet met xtc-dampen. De bewoner, een ex-schoonmaker, kroegtijger en FC Den Bosch-supporter, ademde giftige lucht in.
Een huis-tuin-en-keukenlaboratorium voor drugs in een kalme volksbuurt. Hoe ziet dat eruit? Ogenschijnlijk saai: naast een stoel wachten twee Adidas-schoenen op voeten, een vergeten cola snakt naar koolzuur, aan de douchekraan hangt een rugborstel. Maar de inboedel kent ook wonderlijke zaken. Elf speciekuipen, blauwe en witte jerrycans, twee geurverdrijvers, een morsige centrifuge van AEG en een bepoederde Boxer 42, een vacuümverpakkingsmachine van het bedrijf Henkelman op Noord – koop Bossche waar dan helpen wij elkaar.
Ooit was de Pieter Breughelstraat en omgeving een wederopbouwbuurt. Frisse bloemjurkmoeders achter kinderwagens, vaders met eerzame functies bij PNEM, PTT of andere staatstrots. Slechts drie mannen in de wijk droegen witte jassen: dokter Ausems, slager Werts en drogist Alink, mijn vader. De witte pakken zouden pas in de 21ste eeuw opduiken.
De drogist was de enige die een vergunning bezat om chemicaliën op te slaan. Zo nodig mengde hij ze. Dat gebeurde zonder speciekuipen. In zijn winkel aan de Pieter Breughelstraat verkocht hij flessen bijtende zouten en zuren. Ze dienden voor het reinigen van terrazzo, ontstoppen van gootstenen of ontkalken van strijkbouten. Zo bleef de straat fris. Ook huisnummer 290.
Waar is het misgegaan? Wanneer begon de wereld steeds meer op een omgevallen scheikundedoos te lijken? Wie kan de kettingreacties voorspellen? En vooral: wie heeft ze nog in de hand? Enkele waarnemingen: de vier buurtwinkeltjes zijn opgedoekt, de Heilige Hartenkerk gaat dicht, de opmars van de rolluiken is begonnen.
Afgelopen zondag. Het is stil bij de verzegelde flat. Buurvrouw Adrienne kende het slachtoffer. Aardige man. Dat xtc-lab praat ze niet goed. Maar van geldgebrek ga je gekke dingen doen, zegt ze. Zeker als je zwakke knieën hebt.
Jan van Wamel (76) komt voorbij: even zijn Bentley uitlaten. Niet zo’n miljonairsbak, zijn hondje. Jan woont hier al ruim een halve eeuw. Zijn buurt vergrijst, de inkomens rafelen. Maar met de allochtonen botert het wel, weet Jan. Hij is lid van het wijkplatform. Boven aan de agenda: zorg en eenzaamheid. Jan en zijn vrouw letten elke dag op de ramen van enkele flatbewoners. Dat is de onderlinge afspraak. Gordijnen open? Niks aan de hand. Gordijnen dicht? Ziek of erger. Bij onraad gaan ze kijken.
Baas en hond lopen verder. De Pieter Breughelstraat in, vernoemd naar de zestiende-eeuwse kunstenaar die 'De Alchemist' en 'De triomf van de dood' schilderde. Ze passeren de flat van de 36-jarige man. Het is kwart over vier middags. De gordijnen zijn dicht.
________________
Publicatie in Brabants Dagblad: 11 februari 2015