Aap, noot, misère [slot]
Een vrijdagochtend, in het Paleis van Justitie. Dat ligt aan de Magistratenlaan. Een al te deftige naam. De Magistraot zou beter bij de werkelijkheid passen: wie ter zitting moet verschijnen, is vaker volks dan chic.
De deuren van zittingszaal N zijn nog gesloten. Een zaak loopt uit. Op de gang wacht Anne-Marie, een van de zes leerplichtambtenaren in Den Bosch. Straks dient de rechtszaak tegen scholier Roy en zijn moeder. Ze zouden de Leerplichtwet aan hun laars hebben gelapt. Mag niet. De 1941 wetten van het Koninkrijk der Nederlanden gelden zelfs voor Bosschenaren, al stuit dat lokaal van oudsher op ongeloof.
Naast Anne-Marie zit haar collega Aleksandra. Zij moet vandaag in drie verzuimzaken getuigen. Twee zitten er al op, waaronder die van spijbelende Katja (18). Haar moeder is alcoholiste, regie ontbreekt. Enkele minuten voor de zitting heeft Aleksandra met Katja gesproken. Ze rook naar een zorgelijk vroege vrijmibo. Zo moeder, zo dochter? Niet uitgesloten. In sommige Bossche families ligt een velletje carbonpapier tussen de generaties. Ouders geven hun krassen door. Moet je dat voor lief nemen? Nee, vinden de leerplichtambtenaren. Elk kind heeft recht op een schone lei.
Het is kwart voor twaalf. Zeven mensen stommelen zittingszaal N binnen. Koning Willem-Alexander kijkt toe. Zijn foto is in kleur. Het verhaal van scholiere Eva kent hoofdzakelijk grijstinten. Tussen september 2013 en april 2014 zou ze niet op het Koning Willem I College zijn verschenen. Ook haar kersverse kappersopleiding in Utrecht zou nu al spaak lopen. Eva heeft een andere lezing. Haar luisterende vriendje knikt instemmend. Zijn haar zit goed.
Op de klok is het twee voor twaalf. De officier van justitie zegt strengig dat het leven niet altijd leuk is. Dat wist Eva waarschijnlijk al. Op haar zesde is ze uit huis geplaatst. Ook leerplichtambtenaar Aleksandra krijgt het woord. Zij draagt een vest met zwartwitte strepen. Een zebrapad. Of Eva vandaag opgelucht de overkant haalt? Ja, de rechter houdt het bij een voorwaardelijke werkstraf van 30 uur. Buiten de zaal omhelst Eva haar liefje. Zijn haar raakt ervan in de war.
Half een, volgende zitting. Tegen Roy (16) en zijn moeder. Op z’n T-shirt staat Let’s Party. Dat valt nog te bezien. De rechterstoga is niet van feestartikelenwinkel Las; het ambtsgewaad van de openbare aanklager komt niet uit de rekken van stoffenhuis Hoofs. Eind februari 2014 zou Roy opnieuw school hebben verzuimd. Hoe dat kan, vraagt de rechter. De Bossche jongen vertelt. Over slaapproblemen. Over erg vijandige wekkers. Over de zinloosheid van les. „Niet om je te pesten, maar je moet naar school”, verzucht de officier van justitie. Andere sprekers: leerplichtambtenaar Anne-Marie en een jeugddeskundige.
Achter in de zaal zit de bode aan een wankel tafeltje. Onder drie poten is een kartonnetje gemoffeld – rechtspraak kan wiebelen. Maar het vonnis klinkt evenwichtig: 20 uur voorwaardelijke werkstraf en contact met jeugdreclassering. De sterk betrokken moeder krijgt vrijspraak. Na de zitting schudt zij ambtenaar Anne-Marie de hand: no hard feelings. Dankzij hun zorg wankelt Roy al stukken minder. Soms is liefde een opgevouwen kartonnetje.
__________
Publicatiedatum Brabants Dagblad: 1 oktober 2014. Deel 1 van 'Aap, noot, misère', op deze website onder 'Kroniek | Column' te vinden, verscheen op 17 september in het BD. Omwille van privacy zijn de namen van de leerlingen gefingeerd.