Kijkdoosmannen
Ze bewegen amper. Ze kijken. En ze herkauwen wat zij zien. Soms wel twee uur lang. De kijkdoosmannen: je vindt ze in de spoorzone van Den Bosch, bij de omlegging van de Zuid-Willemsvaart en bij de onaffe hoofdpijnbrug over de Aa, die in de herziene druk van de Bosatlas de Au gaat heten.
Als kind verlangden ze naar een schoenendoos. Bij voorkeur maat 52 of groter. Nadat ze die op de kop hadden getikt, vulden ze hem met een laagje zand. In dat kale landschap zetten ze een bulldozertje, shovel of kiepauto. Het liefst met wat plastic werkmannetjes erbij. Soms waren er ook bomen.
Van tevoren hadden ze een kijkgat op de kopse kant gemaakt. In het deksel knipten ze openingen. Die plakten ze af met geel cellofaan. Als het licht gunstig viel, konden ze hun bouwvakkers zien. Altijd druk bezig. In die kijkdoos.
Nu zijn de meeste knutseljongens gepensioneerd. Hun wereld van schoenendooskarton is in glas, beton en staal veranderd. Maar hun ogen zijn blijven hunkeren. Een van hun vaste stekken is de Hekellaan, waar Heijmans de ondergrondse parkeergarage Vonk & Vlam bouwt. Mooi vinden ze dat. Sterker nog: pure tovenarij. Eerst was er niets, totdat zij bij dat hek gingen staan. Toen pas begon er iets te veranderen.
Hans (65) uit Hintham, voormalig technicus van Philips, komt hier wekelijks kijken. Een huzarenstukje, oordeelt hij. Andere trouwe bezoekers zijn oud-lasser Gerard (79) uit de Graafsewijk, Willem (76) uit Zuid in zijn scootmobiel en het duo Michel & Michel (64 en 67) met videocamera. Zij weten alles over het project. Over 109 gekapte bomen, de verhuizing van de vissen en de twee oorlogsmonumenten, het opgegraven kamp van de Neanderthalers – evolutionair rechtstreekse voorgangers van de Bosschenaar – en de 450 vrachtwagens met onderwaterbeton die pas voorbijkwamen. Met geduld leggen ze ook vreemde bouwtermen uit. Zo maakt een vlindermachine geen koolwitjes of pimpernelblauwtjes, maar strijkt ze de betonvloeren glad. Meer wetenswaardigs: een wokkel is geen opgegraven zoutje dat ruim over de datum is, maar de spiraalvormige entree van de parkeergarage.
De kijkdoosmannen zijn alziend oog. Maar ook technische helpdesk van 07.30 tot 16.00 uur, rekenkamer, meteorologische dienst, lopend vuurtje en inspectie. Elke schop die in de bouwput omvalt, voorzien zij van kundig commentaar. Hoe dieper zij over het stuur van hun fiets, brommer of scootmobiel leunen, hoe grondiger de analyse. Nog een kenmerk: de kijkdoosmannen bij het Vonk & Vlam-terrein hebben een zwak voor tegenstrijdigheden. Ze klagen dat de wereld voortdurend verandert. Maar ze bewonderen Heijmans en andere bouwers die Den Bosch flink op de schop nemen. Ze mopperen dat het karwei niet opschiet. Maar in stilte vrezen zij het einde van het schouwspel. Tijdige oplevering: als-je-blíeft zeg! Moet je toch niet aan denken?
Hé, een vrouw! Eleonora (50) en kinderen zetten hun fiets weg en wagen een blik in de diepte. Mooi openluchttheater, vindt Eleonora. Maar de clou van de voorstelling – een bergplaats voor 1040 auto’s – spreekt haar minder aan. Zou ook dochter Liliane (7) liever een rijwielstalling dan een parkeergarage zien? Ze lacht haar fietsenrekje bloot.
Haar broer Jonathan (11) zwijgt. Met samengeknepen ogen peilt hij de afgrondelijk diepe bouwput. Morgen zal hij het op school vertellen: mollen met helmpjes bestaan. Zelf gezien, op een plek waar de wereld nog een kijkdoos is. Een maakbare wereld zonder chaos. Wie op de Hekellaan naar de zon kijkt, ziet geel cellofaan.
________________
Publicatie in Brabants Dagblad: 4 juni 2014