Roeping [slot van tweeluik]
Welke kleur ogen heeft God? Bruin, blauw of groen? Geen opticien die het weet, want de Heer draagt bril noch lenzen. Hij ziet havikscherp: hoog boven het altaar van de Sint-Jan priemt zijn Alziend Oog dat nooit knippert.
Kijk, daar beneden. Daar loopt Perry. Dat is de vaste koster. Al veertien jaar. Hij draagt wel een bril. Die komt van pas in de matig verlichte kathedraal; je struikelt hier snel over je zonden. Maar ook andere ongelukjes loeren. Zo is de glazen toegangsdeur van de Mariakapel pas aan diggelen gegaan. Een onhandige manoeuvre van een scootmobielrijder. Gelukkig ligt in de sacristie een visitekaartje van Bodar Glasproducties. Uit Rome? Nee, Den Bosch.
Enkele hulpkosters staan Perry bij. Met reden: na sluiting van binnenstadskerken trekt de Sint-Jan meer zielen. In 2013 turfde Perry 56 dopen, tien huwelijksmissen en 32 uitvaarten. Eén afscheidsdienst staat in zijn geheugen gegrift. Een van de kerkgangers kreeg een hartaanval. Ter plekke diende kapelaan Patrick Kuis de laatste sacramenten toe en uit het Alziend Oog viel een traan. Lekkage, stelde de loodgieter later vast. De koster weet beter.
Een bezoek aan de sacristie. In de wandkast met kazuifels staat een verbandtrommel. De inhoud: jodium, gaasjes en vingertoppleisters. Zou de wrijving van rollende rozenkranskralen blaren veroorzaken? Verderop administreren vier mannelijke vrijwilligers-op-leeftijd alle weekcollectes en de inhoud van de offerblokken. Op tafel staat een geldtelmachine. Er ligt een stortingsformuliertje van ING naast. Dat blijft half ingevuld; God kan zonder IBAN.
Terug de kerk in, waar toeristen voor enige drukte zorgen Tot de huisregels van de Sint-Jan behoort zedelijk gedrag: hier sla je een kruis, je streelt het niet. Wie zich toch in losbandigheid verliest, blijft niet onopgemerkt. Een gesloten camerasysteem? Nee, het Alziend Oog. Als het zich beschaamd afwendt, weet Perry dat het zesde gebod – gij zult niet onkuis zijn – ergens in de schemer flagrant wordt geschonden.
Tot de onorthodoxe bezoekers van de Sint-Jan behoren ook godsdienstfanatici, wichelroedelopers – de kathedraal staat naar verluidt op een knoopppunt van aardstralen – en asielzoekers, die Perry nooit in de kou laat staan. Af en toe doet er zich zelfs een mirakel voor. Zo heeft een man pas de stem van Christus gehoord in de Iconenkapel. Spijtig: de echo duurde te kort voor een onafhankelijke getuigenis van Perry.
In de jaren tachtig wilde hij zelf priester worden. Hij studeerde filosofie en ging naar Rolduc. Maar een kerkelijke stage in Oisterwijk maakte hem wankelmoedig. Perry trouwde en kreeg drie kinderen. Geen priesterwijding, wel een rotsvast geloof. Zo spant hij zich sterk in voor de zaligverklaring van Maria Margaretha der Engelen alias de lekkende non, wier graf in de Sint-Jan ligt.
Sinds 2013 onderzoekt een kerkelijke rechtbank haar miraculeuze dood. Dat vonnis kan nog jaren uitblijven, maar de tijd dringt. De Dag des Oordeels nadert, weet Perry. Zedenbederf, hebzucht en moslimfundamentalisme zijn de apcocalyptische voortekenen. Op de grote dag zal er geween en tandengeknars klinken. Datum? Nog onbekend. Maar volgens Perry mogelijk binnen tien jaar. Of hij op die beslissende dag hel- of hemelwaarts gaat, durft hij niet te zeggen. Maar hij hoopt op enige voorspraak. Soms kijkt de koster omhoog. Ooit zal hij de innerlijke rust voelen. Op de dag dat het Alziend Oog geruststellend knipoogt, al is het maar eventjes.
___________________________
Publicatie in Brabants Dagblad: 5 februari 2014