Den Bosch aan Zee
Het was op een geheim adres in Den Bosch, de jaren tachtig. Elke woensdag bestudeerden zeven stadsgenoten en ik verdonkeremaande kaarten van Rijkswaterstaat. Wij zagen zeeweringen, dijken, sluizen.
Lex, die een blauwe maandag weg- en waterbouw had gestudeerd, omcirkelde alle Zeeuwse en Brabantse waterwerken waar we – goedschiks of kwaadschiks – een bres in zouden moeten slaan. Van elk vijandig object noteerden we ook de geografische coördinaten: de Stichting ter Bevordering van Den Bosch als Badplaats hield niet van half werk.
Volgens vage berekeningen van Lex zou het water tot aan de Bossche wallen klotsen, mits we kans zagen zestien duinen en dijken gelijktijdig door te steken. We glunderden bij het vooruitzicht: van bidplaats naar badplaats. Eindelijk zandkastelen bouwen, vergezichten jutten en verse schol van Gepkens of Krol eten. Maar ons aanvalsplan verdween in de la. Het risico van verdrinkingen achtten we te groot.
Einde droom? Nee, de Bos Atlas bereidt een herziene editie voor. Want vanaf heden spoelt de Noordzee bij Den Bosch aan. Exacter: in een uithoek van Zuid, waar een strandpaviljoen-met-bedden is gebouwd. De ontwerper van deze design bed & breakfast – de eerste van tien onorthodoxe slaapplekken in de regio – is Piet Hein Eek. Of ik een nachtje wilde proefslapen? Jeuh!
Dinsdagavond. Elf uur. Een dame van Mövenpick trotseert kou, regen en wind en gidst mij naar het niemandsland. Tussen hotel, A2 en waterplas – bij het Provinciehuis – staat een steigerplankhuisje in het donker. Trots, bonkig, je zou er je zuidwester voor afnemen. Het interieur? Sober, knoestig van eerlijkheid.
Gôh, nachtje aan zee. In 073. Kan dat? Ja. Elders in Nederland luidt het gezegde ‘Eerst zien dan geloven’, maar in Den Bosch geldt al eeuwen ‘Eerst geloven, dan ga je het vanzelf zien.’ Dat werkt. Ik geloof in deze badplaats en zie op slag albatrossen, wit licht van een vuurtoren en een scheepje dat van heimwee uit een fles breekt.
Wel drink, schrijf en zing ik me warm, want het is koud aan zee. Tegen middernacht staar ik in verlangen naar de rode poederblusser aan de muur. Vuur? Oh, waar? Tegen half twee kachel ik met een glas wijn in de hand naar buiten. Het is potaardedonker. Waar ben ik? En dat roezige geruis, is dat de zee of de A2? Ben ik op een eiland? Even waan ik me Robinson Crusoe. Alleen: zijn maatje was Vrijdag, de mijne heet Dinsdagnacht.
Binnen op mijn houten brits liggen een dekbed, twee dekens en warme kruikkussens van Fatboy. Dat lijkt mij wat overdreven, maar om 05.16 uur die nacht zal ik Fleurop bellen en verzoeken met spoed een boeket te bezorgen bij Wim van der Steen, vooruitziend general manager van Mövenpick. De zogeheten chill-temperatuur in Den Bosch is die nacht volgens het KNMI 4,6 graden Celsius.
Zo rond half drie. Langzaam verandert badplaats in bedplaats. Ik val vlot in slaap, zeemijlen diep en droom dat ik een parasol ben. Opengeklapt. In Nice.
Om half negen staat een vrolijk meisje op de stoep. Met een intimiderend lekker ontbijt: zalm, croissants, verse sappen, koffie. Na de hete douche ontdek ik dat een spiegel ontbreekt. Toeval? Neuh. Eerder lijkt Piet Hein Eek de bezoeker tot nadenken uit te nodigen. Een blik naar binnen, in tijden van spiegelglas en buitenkanterigheid. Eigentijdser kan een overnachtingsplek in 2013 niet zijn.
Ik vertrek. Met twee scheerwondjes. Maar in zilte stilte.
____________________
Publicatie in Brabants Dagblad: 12 november 2013
Attentie
Eind oktober 2013 is Stadskronieken verschenen: 36 columns over Den Bosch, haar buurten, bewoners en bezoekers. Brabants Dagblad-fotograaf Marc Bolsius maakte bij elk verhaal een foto. Ook biedt het boek 36 nawoorden: hoe hangt de vlag er nu bij in het leven van de betrokkenen?
Stadskronieken [96 pagina's, hard cover] is verkrijgbaar bij boekhandel Polare Heinen in Den Bosch. Prijs: € 10. Als je het boek thuisbezorgd of -gestuurd wilt krijgen, kost het € 12,50. Interesse? Stuur me een mailtje: stadskronieken@gmail.com