Bosjesman
Er staat een man in de bosjes. Bij de IJzeren Vrouw. Regenjas, korte broek, kwast in de hand. Hij glimlacht. Een kinderlokker? Tot in de jaren zeventig was dat de onvermijdelijke associatie in het Prins Hendrikpark. Jeugdherinnering: hoge heggen van hulst, zeeën van rhododendron, een labyrint van broodkruimeltjespaden aan het einde waarvan je een ontzielde Hans en Grietje verwachtte. Eng park, ondanks een toezichthouder-met-fiets en een volière vol kleurdoosvogels.
Those were the dark an doomy days. Want anno 2013 biedt het open park licht en levendigheid. Het ‘wandel- en ontspanningsoord’, dat werkloze Bosschenaren tussen 1934 en 1946 aanlegden, is flink op de schop genomen. Ook de bosjes?
Dinsdag, gisteren. De man in de struiken legt z’n kwast naast zijn schildersezel. Hij heet Wim. De vakantieganger uit Utrecht is al vanaf 08.00 uur een linde, eik en kastanje aan het vereeuwigen. Een mooi werkje, in zonnegeel, bladergroen en verwonderwit. Zijn verstopplekje beschut hem tegen de regen. Waterverf? Nee, acryl. Maar bij een flinke bui sijpelen de bomen zo je doek af.
Meters verder staren Hendri en Theo naar drie hengels. Al vanaf 06.00 uur. Goeie stek, IJzeren Vrouw. Karper, snoek, bliek. Cameraatje komt tevoorschijn. Kijk: trotse Hendri met 32-ponds karper. Of hier: een steur van 1.20 meter. Die heeft- ie sinds 2011 al vier keer gevangen, Ja, telkens dezelfde – a fisherman’s friend.
Verderop buikschuiven zeven obese eenden over het gras. Te laat: Annelies en Coby legen hun laatste zak oud brood in een kring van ganzen. Buurvrouwen zijn ze, aan de Westenburgerweg. Al van kinds af bezoeken ze de IJzeren Vrouw; oude liefde roest niet. Annelies – zwart jurkje, parelsnoer, tatoeage op de middelvinger – komt hier twee keer per dag. Tot vijf jaar geleden woonde ze in de Cypresstraat. Nu klapt Annelies haar tuinstoel hier open. Haar man ook. Maar ze verschillen: zij is een zonnebloem, cirkelend in het gele licht. Hij niet. Hij zit altijd bij die dikke boom. Kan niet tegen de zon.
Ook de geschiedenis van het park kent schaduwplekken. De voormalige locaties van het Brabantbad en sporthal De Vinkenkamp vormen nu een kalig gebiedje. Waar je als kind de vlinderslag leerde, fladdert geen koolwitje. Waar je het vogelnestje oefende, ontbreken veren. Toch waait jong leven voorbij: vanaf de speeltuinwip klinken een lage en hoge kinderstem.
Lunchtijd. Bij het talud picknicken Sabina (7) en Jesmina (9) met hun vader. Bronwater en broodjes met Nutella. Ze wonen op Noord, maar in de zomer rijden ze alle plassen af. Mooiste van de IJzeren Vrouw? Het vogelverstopeilandje. Wie weet woont er een dodo.
Bij het dierenparkje laat de aangelijnde Mikos zijn bazin Patricia uit. Soms is het omgekeerd. Vier keer per dag maken ze een rondje.
Aan de noordzijde van de IJzeren Vrouw stopt Narhea. Ze hijgt. Koptelefoon af. Driemaal in de week jogt ze. Twee rondjes. Dat is 3600 meter gedachtegang. De 27-jarige theatermaker rent het liefst als ze zich sappel maakt. Om een vriendin die overlijdt, liefde, audities. Hardloopmuziek? ‘Stabat Mater’ van Vivaldi. Maar ook Leonard Cohen en Wende bevorderen de souplesse van haar tweehoofdige dijbeenspier en andere musculi. Eén rondje moet Narhea nog. Nou, dag! Enkele eenden zetten snaterend ‘Born to run’ van Bruce Springsteen in. Muziekduur: 4.31 minuten.
Ja, gaat ze halen.
___________________________
Publicatie in Brabants Dagblad: 7 augustus 2013