Intensive care
Het is een vrolijke janboel in de portiersloge van de oude Spoedeisende Hulp. Aftands meubilair, lege ordners, de overblijfselen van een frietje oorlog. In een rondslingerende GZG-telefoonklapper staat: „Blijf kalm bij een bommelding.” Maar de ontploffing lijkt al achter de rug.
Uit twee luidsprekertjes klinken zwakjes vrouwenstemmen. Vergeten patiënten van de verhuizing in voorjaar 2011? Een suppoost stelt gerust: het is kunst. Welkom bij ‘The Glorious Rise And Fall’, expositie van Marjan Teeuwen uit Den Bosch en andere internationaal vermaarde kunstemaars. Overal op de afdeling verloskunde – komend weekeinde voor het laatst – is hun werk te vinden. Van schilderijen en tekeningen tot video en ruimtelijk werk.
Op verkenning. Op verloskamer 6 lijken de strenge hygiëneregels ernstig te botsen met foto’s van het leven op een vuilnisbelt in Ghana. Kraamkamer A0.04 trakteert op een foto van de kolossale atoomwolk boven Nagasaki – ach, weer eens wat anders dan Nijntje. Verderop dansen spermatozoïden van verf over een muur, doorboort een boomstam een blauw lijf en draait een gecrashte Jaguar op z’n kop traag rondjes.
De kraambalie is leeg. Diep onder in een postvakje ligt een naamsticker verscholen. Van Tim Feenstra, 17-01-2010 uit Rosmalen. Die snapt de regels van verstoppertje toch onderhand wel? Kom maar uit Tim. Je bent gezien!
Verderop volgen studenten van de HAS-opleiding Food Design hun gids Madelon, die hier in stuitligging is geboren. Eerstejaars Elske, ook een GZG-kindje, lacht verlegen. Ze vindt het bezoek intens. Elkske voelt veel, maar daar loopt ze liever niet mee te koop. De akeligste ruimte? Linea recta gaat ze naar UB47. „Boosheid, angst, verdriet”, zegt ze. Weg wil ze, uit wat de teamkamer intensive care blijkt te zijn. „Maar hier voel ik geluk”, meldt Elske in ruimte AB37. „Dat was verloskamer 2”, glimlacht suppoost Aad.
Veel bezoekers komen op bedevaart. Sommigen fotograferen trots hun kinderen op de verloskamers. Op de kraamafdeling loopt ook bezoekster C. Zelf is zij niet van een kind maar van het kwaad verlost: C. is ex-cliënte van Reinier van Arkel. Ze bezichtigt de expositie met mensen van De Stijl, het dagactiviteitencentrum voor de ggz. C. kijkt wat bedrukt. Hier stierf haar vader. Ze was toen twee. Ook haar zusje hemelde vanuit het GZG. Maar nu zijn ze hier, zegt de Rosmalense stellig. Ze kijkt me veelbetekenend aan. Zouden geesten vrije entree krijgen? Vast wel. Zij weten alles van rise and fall.
Verboden toegang, zegt een roodwit afzetlint. Ik stap eroverheen. Even later loop ik in de schemerzone van het GZG. Veertien units, die zich stervensstil rond een balie kransen. Intensive Care, fluistert een bordje. De afdeling ligt op apengapen: lege flesjes Jupiler, verbrijzelde pillenlades en een computer waarvan het schedeldak ruw is gelicht. Een stickertje op z’n buik stelt gerust: volgende controle vierde kwartaal 2011.
In intensive care-unit 6 hangt een kalender. Zij liegt dat het woensdag 27 april 2011 is. Op unit 9 geldt een andere tijdzone. Daar is het dinsdag 26 april 2011. Stond die dag alleen de tijd stil of ook een leven? De muur weet het wel, maar wil het niet vertellen. Groot gelijk.
Op unit 8 voel je de strijd op leven en dood. Die kun je ook aan de stilte aflezen. Is het goed afgelopen? Op de vloer ligt een verfomfaaide kindertekening. Er staan drie vogels op. Rood, wit, zwart. Ze kijken vrolijk zoals alleen vogels in juni vrolijk kunnen kijken.
Op de vloer van unit 4 ligt een velletje papier met 32 pictogrammen. Voor wie niet kan spreken. Wijs maar aan: pijn, verpleegster, jeuk, eten, kinderen. Nee, verlossing zit er niet bij. Die komt van de kraamafdeling of van boven. In de tussentijd zijn wij zonnen, een leven lang. Reizend tussen opkomst en ondergang. Maar bij voorkeur glorieus.
________
Publicatie in Brabants Dagblad: 5 juni 2013