Heilige zakdoek
Maria. Honderden Bossche vrouwen dragen die naam. Maar slechts een van hen is altijd vol van genade. Ze woont in de Sint-Jan. Haar kapel is sober ingericht. Niet erg: deze Maria spreidt huiselijke warmte zonder IKEA-bloemenvaas Godkänna of fleurig tafelkleed Märit. Haar hart is haar huiskamer. Iedereen die raad, steun of troost verlangt, is er welkom.
Want geloven is een zwak werkwoord. Maar nadenken, zoeken en vinden zijn dat niet.
Dat weet ook Cor (80) uit de Visstraat. Haar ouders waren belijdend katholiek: elf meiden, vier jongens. Gelukkig hadden ze een goed gesorteerde winkel in kinderwagens en kachels. Ja, Robben. Aan de Vughterstraat. Een begrip in de stad. Tot haar 22ste woonde Cor thuis: eigen haard was goud waard, inclusief goed eten en drinken. Altijd variatie: de ene dag aten ze aardappels met appels. De andere dag appels met aardappels.
Al haar broers waren misdienaar. Geloof bracht klandizie. Nog een herinnering: tante Jet. Die kwam vaak langs. Met een schoenendoos vol bidprentjes en bewijwaterde verhalen. Urenlang bespraken ze de doden. Geloven was gezellig.
In 1955 trouwde Cor. Met Hein. Drie kinderen kregen ze. Nu wonen ze in een hoekappartement in de Visstraat, met vijf schilderijen van Maria aan de muren. Vanuit hun huiskamer kijken Cor en Hein recht de Lepelstraat in. Eerste rang: vlakbij het andere kapelletje van Maria – het binnenstedelijk filiaal van Mededogen Unlimited. Toen Cor en Hein nog vlot ter been waren, schoten ze voor een schietgebedje tweemaal in de week even de Sint-Jan in. Kaarsje opsteken. Zo liepen ze ruim tien jaar geleden Sjef van de Oude Dieze tegen het lijf. Die verzorgde de Zoete Moeder: haar kleed borstelen, de bloemen verversen, het kaarsvet lossteken.
Kort na de ontmoeting kreeg Cor een gouden idee. Met een schone zakdoek toog ze naar de Sint-Jan. Of Sjef die langs de rok van Maria wilde strijken. De kamerheer van Onze Lieve Vrouw had slechts één tegenvraag: „Binnenkant of buitenkant rok?” Simpele keuze. Die zakdoek kreeg Ies, hun oudste dochter. Ernstig ziek, slokdarmkanker. Maar ze heeft de strijd gewonnen. Kijk, dit is de zakdoek. Op tafel ligt het blauwgrijze relikwie uitgevouwen. Beetje van de Hema, beetje van Maria. En een ijzersterk Brabants vermoeden: tussen hemel en aarde is er meer dan chagrijnig weer.
Na de miraculeuze genezing van Ies kreeg Cor vele zakdoekverzoeken uit de stad. Ziekte, geldzorgen, liefdesleed en bestuurlijke verlamming: in Den Bosch komt een snotlap al snel van pas. Elf keer heeft Cor de tocht naar Sjef gemaakt. Nooit voor wissewasjes, altijd voor grotere kwesties. Binnenkant rok. Discreet knikje.
Alle ontvangers van de zakdoeken spreken over gunstige resultaten. Wel kreeg Cor pas een paniekerig telefoontje. Iemand had z’n pyjamajasje mét zakdoek in de was gedaan. Op zestig graden. Maar volgens Cor ondermijnt dat de werking niet. Maria is sterker dan waskracht. Zij is kracht.
________________
Publicatie in Brabants Dagblad: 8 mei 2013