Zaai

Een onscherpe herinnering. Iets met een appel. God, wat ging dat mis! Sinds die dag hebben we heimwee. Naar het paradijs. Troost vonden we op het Brabantse platteland. Sloten vol stekelbaarsjes, avontuurlijke vuilehandjeskinderen en hooibergliefde. De boeren? Die verhingen fluitend de hammen in hun kelders – niet zichzelf. Hun echtgenotes verkochten zelfgeplukt geluk en huisgemaakte hoop. Dat stopten onze ouders in hun fietstassen. Voor de proviandkast. Nu is het 2013. De weckpotten zijn leeg.

Tragisch? Ach, maken we dat paradijs toch zelf. Met zaaigoed, tuingereedschap en oogstkalender. Dat heet deftig urban gardening. Ooit was schoffelen tussen scharrelkip en schorseneren ronduit sneu. Nu is het chill, gaaf en übertof. Ook op De Groote Wielen heroveren ze het paradijs. Aan de Deltalaan ligt de Pluktuin, 1200 m2 kiemende cohesie. Want courgettes kweken is cool, maar bloeiende contacten zijn nog fijner. Deze zondag is het zaaidag. Zo’n vijftien Groote Wielers en een handvol Kleine Wieltjes ploeteren in de Pluktuin. Lente, kinderstemmen, een kan-niet-stuk-sfeer.

Aan het houtsnipperpad liggen de moes-, kruiden- en bloementuin. Iedereen mag hier zaaien, planten en oogsten. Maar alles delen, is wennen. Jouw boontjes? Mag ik doppen. Kaveltjes met kippengaas eromheen? Niet hier. Verder geldt de ongeschreven wet van de ruilhandel. Als je wil plukken, dan doe je iets terug. Verderop is de waterpomp; in die kist ligt gereedschap. Begin maar.

Ah, daar is Anne met de koffiekannen! Pauze. Voor het kleine grut is er Karvan Cévitam Framboos – binnenkort van eigen teelt. Aan de picknicktafel zitten de vier grondleggers: edelsmid Rianne, advocate Olga, tuinontwerpster Manon en beleidsadviseur Christel van Zayaz. Ook Ria uit seniorenflat Het Groote Hart schuift aan. „Gaat het dit jaar weer zo’n wildernis worden?”, vraagt ze bezorgd. Zelf houdt ze meer van aangeharkt. De stilte geeft antwoord. Maar Ria heeft de blijmoedige hardnekkigheid van klaver. Dat laat zich ook niet zo maar aan de kant zetten. Wat haar van het hart moet: die schoolkinderen zaaien wel, maar bijhouden – ho maar. Zonde, vindt ze. Van nijd heeft ze de verpieterde kinderjungle afgelopen zomer geen water gegeven. Dan maar dood, dacht Ria. Niet fijn, ging ze toch met een rotgevoel naar huis.

Watertuinen-bewoner Aldwin meldt zich voor wat klusjes. „Hier, pastinaak”, zegt Rianne. Ze diept een zakje zaaigoed van Laura Ashley uit een doos. Aldwin kijkt wat onzeker. Pas-ti-naak, is dat geen gembersoort? Gelukkig is kennis van groei en bloei hier geen witlofbittere noodzaak. Volg in dit paradijs vooral je intuïtie. Dat lijkt ook het motto van Kai (4). Met een gietertje besprenkelt hij een ijzeren paal. Lentezon erop, wordt het vanzelf een schommel.

Verwarring mag je hier onbeperkt zaaien. Het leidt zelfs tot een spontane veldconferentie rond vijf struikjes. „Ho-ning- me-loen-sa-lie”, ontcijfert Rosine het etiketje. Gefronste wenkbrauwen. „Toch maar even googelen”, zegt Christel opgewekt. Hopla, iPhone erbij. Ze zoekt, lacht, leest hardop: „Deze plant moet binnen overwinteren.” Even later rukken kinderen de honingmeloensalie met wortel en tak uit. De composthoek wenkt gastvrij.

Die gestapelde stenen met riet en gras? Da’s het insectenhotel, vertelt Rianne. Het is er druk: een torretje checkt in; twee mieren zoeken het zonneterras. Eendagsvliegen? Krijgen hier korting. Mariamaand? Nu al volgeboekt. Meikevers.

Binnenkort gaan de Pluktuiners met de flora aan de slag. Dahlia’s, bergamot en vrolijke afrikaantjes – want ook Marokkaanse en Soedanese buurtbewoners zetten hier de stap. Van radijs naar paradijs.

________________________________

Publicatie in Brabants Dagblad 10 april 2013