Tikje verliefd
Op 2 april 1951 stapte Jan door de poort van schrijfmachinefabriek Remington Rand aan de Sportlaan – de huidige Onderwijsboulevard in Den Bosch. Van de personeelschef kreeg hij het welkomstboekje ‘De zon gaat nooit onder’. Voortaan maakte hij deel uit van een wereldconcern met 75 fabrieken. Op bladzijde 11 las Jan dat de bedrijfskantine Coca-Cola in het assortiment had. Een echte Amerikaanse werkgever! Vijf pagina’s verder stond vetgedrukt: geld verzoet de arbeid. Zijn jaarinkomen was ƒ 4000,– . Wekelijkse pensioenpremie: ƒ 1,92. Dat tikte aan.
Het ging de Bossche fabriek voor de wind. Weekproductie: zo’n duizend typemachines, waaronder de Rivièra, Skylark en Idool – modellen met eigentijdse hunkernamen. Het merendeel van de schrijfmachines belandde in de VS, Duitsland, Frankrijk en Israël, inclusief Hebreeuws toetsenschrift. Werkzoekenden konden op de Sportlaan vlot aan de bak. Dat maakte de tongen los. Jan herinnert zich A., een oud-Oostfrontstrijder met schotwond. Aardige jongen, maar wel een type met een geschiedenis waar geen correctievloeistof tegenop kon.
In 1954 kreeg Jan de leiding over de testkamer. Vier meisjes typten op kersverse machines. Duizenden keren las Jan zijn proefbrief voor, inclusief the quick brown fox jumps over the lazy dog – waar alle letters van het alfabet in rondrennen. Een van de typistes kwam uit Zaltbommel. Willy, het meisje met de spaties in haar ogen. Een tikje verliefd raakte Jan. Toen heel erg. Hij lacht: nee, in de lunchpauze rammelde hij geen liefdesbrieven op een Remington. Dat was overbodig. In zijn ogen stond z’n ‘Ja’ al geblokletterd. Willie las dat. Elke dag. Geen tikfout, oordeelde de typiste met de losse lintlach. ‘Kom maar’’, schreven haar ogen in 1957 terug. Zo veranderde haar leven ingrijpend: van een ij’tje tikken in een eitje tikken. Bij het ontbijt. Met Jan, haar man.
Waar hij zo voor gevallen was? Haar lange zwarte haren, zegt Jan. Die waste Willie met groene zeep. In 1987 stierf ze. Kaal, na vergeefse chemo. Hij mist zijn meisje. Tussen leven en dood zit een regelafstand die zelfs de Remington Travel De Luxe niet kan overbruggen.
Over de anatomie van een schrijfmachine zou Jan vellen vol kunnen tikken: stootstang, verspringbeugel, letterwals en zeldzaam gereedschap. Zoals? De opzijtang. Die kwam ook de Amerikaanse directie van pas: op 26 mei 1981 vlogen alle 825 personeelsleden de keien op. Vergeefs had Joop den Uyl in de kantine de bezetters moed ingesproken. Dat was toen, zucht Jan. Laten we de sprong naar 2013 maar maken – want ook de tijd kent een tabulator.
Hij vertelt zijn verhaal tussen 900 typemachines, 1300 inkstellen, 800 vulpennen en 3000 boeken over druk- en schrijfkunst. Heeft Den Bosch een Lettermuseum? Nee, Jan is op de koffie bij Stichting Onterfd Goed in De Gruyterfabriek. Die ontfermt zich over dakloze collecties van musea. Hun eerste vangst: de boedel van het failliete Scryption in Tilburg, inclusief de verzameling schrijfmachines van W.F. Hermans plus 96 Remingtons.
Op zo’n Bossche schrijfmachine hoor je zeven tekens vóór het einde van elke regel een belletje. Of dat ooit zal klinken als Jan [84] zelf afscheid moet nemen? Vast wel. Maar eerst een nieuw vel indraaien. Met carbonpapier. Voor dubbele levenszin, nu het nog kan.
__________________________
Publicatie Brabants Dagblad: 20 februari 2013