Nooit meer bang
Wie bang is in Den Bosch, heeft drie keuzes. Achter de kloostermuren van de Mariënburg gaan wonen, een kasteel in Haverleij betrekken – en hopen dat de ophaalbrug niet hapert – of rolluiken aanschaffen. „Voor 500 euro heb je d’r al een van twee bij twee meter”, rekent Manfred voor. „Aluminium, paar millimeter dik.” Markant heet z’n bedrijf. Op Orthen. Thuis in zonwering en rolluiken. Al zeventien jaar. Nooit een inbraak gehad.
Ooit dacht je bij rolluiken aan Noord-Frankrijk of Wallonië. Vergeten kolendorpen, Dutroux-achtige waaigaten, veel regen ook. Maar het ijzeren gordijn nadert. Eerst ging Limburg voor de bijl. Nu raakt Brabant in de ban. Let’s rock & rolluik: elk jaar pantsert Markant zo’n 275 woningen in Den Bosch en Rosmalen. Die ratelramen en -deuren weren hitte, kou en geluid. Maar vooral angst. Zo’n 40% van de kopers is senior, 30% tweeverdiener, slechts 2% allochtoon. „We installeren ze overal”, zegt Manfred met een stalen gezicht. Even later ontgrendelt hij zijn eerlijkheid: overal is wat ruim. Rolluiken rukken het sterkst op waar allochtonen en autochtonen de straat delen. „Bang voor elkaar”, weet Manfred.
Tijd voor de Grote Rolluiktelling. Zaterdagavond, per fiets. Met pen en turfpapier doorkruis ik de stad. Een lentenacht: ik zie krolse katers, spartelende bakvissen, kroegtijgers. Bij Barnies Kipcorner dollen wat hanige hangjongeren. In Hintham morrelt een flatbewoner aan zijn schotelantenne. Op West passeert een vrouw het bord ‘Honden aan de lijn’, ook al heeft haar boxer zichtbaar obesitas. Tegen enen hoor ik hoe de stad zich op haar andere zij draait. De inwoners zijn moe. Het metaal niet. ‘Rust never sleeps’, zong Neil Young al.
Maken rolluiken onze stad leefbaarder? Mwah. In sommige straten waan je je in Desperado City of een voorstad van Tsjernobyl: hard, verlaten, koud – zeg maar: onveilig. Af en toe zie je bij een rolluikhuis camera’s hangen. Hun taak? Vermoedelijk zijn dat die webcams die de VVD afdeling Den Bosch voor citymarketing wil inzetten. Grote kans dat de beelden van potdichte panden ons wederom de prijs voor Vestingstad van Europa en Meest Gastvrije Stad van Nederland opleveren.
Thuis pak ik m’n aantekeningenboekje. Volgens de rekenmachine ligt het percentage rolluikhuizen op de Muntel, Vliert, Zuid en in delen van Noord en Maaspoort onder de 3%. Elders lijkt de angst groter. Zo telt de Luikstraat – what’s in a name – op de Kruiskamp 7,6% gebarricadeerde gevels en het Luyckershofke in Rosmalen 12,3%. Nog hogere percentages: de Smaragd 12,7% (Hambaken), St. Willibrordusstraat 20,4% (Orthen-Links) en Hoekkampstraat 21,4% (Deuteren). Het luilekkerland voor metaaldieven zijn de Leystraat (Aawijk-Zuid) met 24,1% rolluikwoningen, de Berkenstraat (Graafsewijk) met 27,5% en de Pijlijzerstraat (West) met 31,2%. Wel zachtjes die bakken van de gevel schroeven. De bewoners slapen licht.
Wie achter die luiken leven? Ik ken slechts enkelen van hen. Het zijn Bosschenaren die zich van hun dromen beroofd voelen. De tragiek: wat hun wel gestolen kan worden – Europa, vrije marktwerking en maagzuur met een hoge pH-waarde – bezitten ze nog. Bang en boos. Want hoe hoger het rolluikpercentage, hoe meer PVV-aanhang, leren de uitslagen per stemlokaal van de Tweede Kamerverkiezingen 2010.
In de nog vertrouwelijke Veiligheidsmonitor, die deze zomer zal worden gepubliceerd, staat dat het aantal auto-inbraken, fietsendiefstallen en geweldsdelicten in Den Bosch daalt. Tegelijkertijd stijgt het cijfer voor veiligheidsgevoel. Zou het eindelijk ontluiken? Het besef dat we elkaar angst aanpraten? Nee. Al drie jaar is de rolluikverkoop constant, meldt Manfred monter. Want angst duldt geen feiten. Angst wil uitkomen. Telkens weer.
_____________________
Publicatie in Brabants Dagblad: woensdag 23 mei 2012