Nummertje 97
Mijn kennis van China beperkte zich lang tot nummertje 97 van restaurant Fat Kee in de Orthenstraat. Afhaalkip met paprika in zwarte sojabonensaus. Tot ik vorig jaar Beijing bezocht. Geweldige stad. In juli besloot ik opnieuw oostwaarts te gaan: voorbij het Rivierenplein – oppassen voor de glassplinters – en dan stug rechtdoor. Als huiswerk las ik ‘Kuifje in bezet Tibet’ en ‘De Blauwe Lotus’. In dat laatste album zoekt de wakkere verslaggever in Shanghai naar de Straat der Grenzeloze Wijsheid. Die wilde ik ook zien. Zou hij doodlopen?
Vijf weken reisde ik rond. Mooi land. Aardige mensen, al spreekt maar één op de 3.000 Chinezen fatsoenlijk Engels – en die is net met vakantie. Naar Den Bosch? Zou kunnen. Want wat het College van B&W van Juinen niet lukt, lukt Den Bosch wel: citymarketing op de Expo in Shanghai. In een van de huisjes van ‘Happy Street’, het oogstrelende Hollandse paviljoen, lonkt een boek over Jheronimus Bosch, aan de muur schittert een affiche van Studio Boot en frisse kioskmeisjes schenken Heineken. Kassa.
Ach, Shanghai. Eind jaren twintig leerde Jan van Lanschot er het bankiersvak. In 2006 gingen De Kikvorschen er op werkbezoek om uit te leggen dat je niet elke oetel moet grillen. Maar de ware liefde van Den Bosch ligt 140 kilometer verderop. In Wuxi, een stad met ruim vijf miljoen inwoners. Op 13 september 2007 ondertekenden Rombouts en zijn ambtgenoot Mao Xiao Ping een verklaring dat de twee steden economisch willen samenwerken. Slimme zet, want Wuxi groeit als Chinese kool. Wat de zakelijke flirt oplevert, blijft evenwel in wierook gehuld: Den Bosch telt vooralsnog meer wokkende koks dan Kantonese captains of industry.
Toch kunnen we leren van onze vriendschap met Wuxi. Les 1: Netwerken op de openbare weg. Dat zit zo. Elk voetgangerslicht in Wuxi heeft twee kleuren: jodiumrood en operatiehemdgroen. Je wacht tot je met een dozijn waaghalzen bent. Dan spring je gezamenlijk op het asfalt. Als je de overkant haalt, val je snikkend in elkaars armen en wissel je visitekaartjes uit. Zo wordt oversteken een sociale gebeurtenis. Mijn voorstel: ontregel de voetgangerslichten op met name de Kruiskamp, in Noord en Aawijk. Het zal uitmonden in vriendschappen voor het leven. Les 2: Nederigheid. Want niet Den Bosch maar Wuxi is de Hoofdstad van de Smaak. Ik at er gefrituurde kippenklauwen, varkenslongsoep en – met tandenstokers binnen handbereik – gemarineerde hond. Les 3: Saamhorigheid. Ik zag hoe drommen Chinezen zich elke avond verzamelden voor een uurtje dans op mierzoete klanken. Ontroerend. Grote kans dat Toko Sang Lee het proefproject op het Mgr. van Roosmalenplein wil sponsoren.
Vanzelfsprekend staat Den Bosch niet met lege handen; van harte bieden wij China enkele inzichten. Les 1: Niet spugen, ook niet in volle bussen. Les 2: Leer Engels voor u Den Bosch bezoekt, want niet elke VVV’er verstaat “Qing zhao Timmermans xiansheng ting diànhuà? oftewel “Kan ik meneer Timmermans spreken?” Les 3: Vertrouw de mensheid. Tweemaal werd ik op de Expo verplicht om een slok water uit mijn fles te drinken. Gespannen keken de veiligheidsbeambten toe. Mijn explosie of zelfontbranding bleef uit.
Die Straat der Grenzeloze Wijsheid? Ik heb hem gevonden. Hij was opgebroken. Maar wat me nog harder opbrak, was heimwee. Dagenlange stroomonderbrekingen in Yunnan knakten het humeur. Zoeken naar een zaklamp. Struikelen over rugzakken. Staren naar een haperende geldautomaat. Wat mij dan redt van verstandsverbijstering? Dan denk ik aan kaas van Jopie op de Markt. Dan denk ik aan Dieze, Dommel en Aa. Dan denk ik aan Fat Kee. Want daar brandt nog licht.